Totaal verbaasd verlieten Springbok en ik vorige maand een basisschool in ons dorp. Op de open avond mochten we kennismaken met het aanbod van deze school. En aangezien we nog op zoek waren naar een school voor Apenkoppie en Muizenmeisje wilden we daar graag meer over weten.
Nu is het wel 6 jaar geleden dat ik voor de klas stond, en weet ik dat dingen snel veranderen, maar zelfs ik was erg verbaasd.
De juf van groep 2 vertelde dat de kleuters 21 letters móeten kennen om over te mogen naar groep 3. Springbok keek me geschokt aan, hij dacht even dat hij al bij groep 3 beland was. Waar is de tijd gebleven dat kinderen mogen kleuteren? Waar mogen kleuters nog verkennen, ontdekken en ervaren. Kennismaken met de wereld d.m.v. een 'rijke leeromgeving' , dat is toch wat jonge kinderen doen: 'Mijn leren is spelen en mijn spelen is leren'
De juf zwakte haar stelling nog wel wat af. Als een kleuter er 1 of 2 niet kan, mag hij in overleg met de ouders toch over.
De juf moet toch gezien hebben dat ik mijn kin van de grond moest rapen. Deze juf besteedde iedere dag ongeveer een uur aan activiteiten rond de letter van de week. In oktober worden de kinderen getoets, dan moeten ze er 9 kennen en aan het eind dus 21. Pfff arme kinderen!
Ik heb eens uitgerekend hoeveel uur ze dan dus uittrekt aan het aanbieden van letters: 200 uur!
200 uur om letters te leren, die zeker niet aan de 4 B's voldoen. (zie onder). En daarnaast beginnen ze in groep 3 weer opnieuw!
Inmiddels weet ik dat het aanbieden van letters onderdeel uitmaakt van de zogenaamde 'voorschot methode'. Hierbij wil men kinderen met een achterstand, of een verwacht probleem zoals dyslexie een voorsprong geven door alvast letters aan te bieden.
Maar waar nou de eis van 21 letters vandaan komt is me totaal onduidelijk. Wie meer weet mag het me zeggen.
Overigens ben ik niet tegen het aanbieden van letters aan kleuters. MITS:
- een kind interesse heeft in letters (betrokkenheid)
- het aansluit bij een doel, bijvoorbeeld eigen naam willen schrijven, of die van opa/oma/broer/zus e.d. (betekenisvol)
- de activiteit aansluit bij de ontwikkeling van het kind en haalbaar is, dus bijvoorbeeld stempelen ipv schrijven (zone van de naaste ontwikkeling, bedoeling, betekenisvol)
4 B's
Betekenisvol;
Thematisch aanbod waarbij leerlingen inbreng hebben en dat aansluit bij de belevingswereld van leerlingen.
Bedoelingen;
Leeractiviteiten met een doel (cirkel basisontwikkeling, kerndoelen enz.)
Betrokkenheid;
Er vindt fundamenteel leren plaats.
Bemiddelende rol van de leerkracht;
Leerkracht sluit aan bij het actuele ontwikkelingsniveau en de zone van naaste ontwikkeling.
Overige interessante bronnen:
http://www.teamonderwijs.nl/download/content/Elstar_kenmerken_OGO.pdf
http://www.teamonderwijs.nl/download/content/Elstar_OGO_kijkwijzer.pdf
http://hbo-kennisbank.uvt.nl/cgi/fontys/show.cgi?fid=6410
dinsdag 23 oktober 2012
maandag 22 oktober 2012
Spelen met klei
Spelen met klei is hier (bij vlagen) een echte hit. Peuter kreeg als traktatie op de crèche een doosje klei met hele kleine vormpjes en veel verschillende kleuren.
Ik had niet de illusie dat die lang apart zouden blijven, vooral niet omdat het zo weinig was.Peuter bakte er verschillende taartjes van en ging daarna kleuren combineren. De roze koekjes op de paarse taart. De gele koekjes op de blauwe pannenkoek.
Eerst was hij erg verbaasd dat hij de kleurtjes niet meer uit elkaar kreeg. Maar na een poosje ontdekte hij het mengen.
De kleuren werden tot een grote bol gerold en ik werd ingeschakeld om er 'slangen' van te rollen.
Waarde van spelen met klei:
-oefenen van de fijne motoriek
-spieren trainen (kneden is zwaar werk)
-kennismaken met begrippen zoals onder, op, in
-leren van kleuren
Labels:
klei,
motoriek,
ontdekbak,
ontdekken,
senso-motoriek
maandag 8 oktober 2012
Laat me los!
Beste Ouders,
Je hoeft niet te schrikken als Apenkoppie omhoog klimt in het klimrek.
Je hoeft er niet als een dwaas naartoe te rennen. En het is niet zo, dat omdat ik er niet naast sta, mijn Muizenmeisje nog niet zou kunnen klimmen.
Ik ben niet op een bankje gaan zitten omdat ik te lui ben om mijn kind te helpen. Ik zit op een bankje omdat ik vertrouwen heb in mijn kinderen.
Ik heb er vertrouwen in dat ze zullen doen wat ze kunnen en dat ze hulp zullen vragen op het moment dat ze dat nodig hebben.
Mijn kinderen leren er niets van als ik ze help bij iedere stap op de ladder. Het helpt ze niet als ik ze omhoog til zodat ze van de glijbaan af kunnen gaan. Bovendien beroof ik ze van de voldoening om iets zelf te doen. De voldoening die ze voelen als ze met inzet en volharding toch die lastige ladder opgeklommen zijn.
En als het ze niet lukt om omhoog te klimmen over die lastige weg, dan vinden ze wel een omweg die eenvoudiger is. Totdat ze moe zijn van het omlopen, dan zullen ze gemotiveerd zijn om het opnieuw te proberen, totdat het wel lukt.
Het is niet mijn taak, en ook niet die van jou, om te voorkomen dat mijn kind teleurgesteld of gefrustreerd raakt. Als ik dat doe, leren ze nooit omgaan met het feit dat iets spannend of eng is en dat je kunt vallen. Maar ze leren ook niet, dat je gewoon weer op kunt staan, omdat vallen niet het einde van de wereld is.
Ik wil dat mijn kinderen leren dat ze zelf uitdagingen aan kunnen en problemen kunnen oplossen. Ik wil dat ze het zelfvertrouwen krijgen om de wereld in te kunnen gaan in de wetenschap dat ze het zelf kunnen. En dat als er problemen komen, ze die zelf kunnen oplossen.
Tot die tijd vraag ik je om mijn kind zijn gang te laten gaan. Echt, ik weet wat ik doe want ik ken mijn kind. En het is niet zo, dat omdat ik op de bank zit ik niet regelmatig op mijn tong moet bijten om niet te roepen: "Pas OP!!" Maar ik kies er bewust voor om even te wachten zodat mijn kind het risico zelf in kan schatten en zijn angst kan overwinnen.
Apenkoppie en Muizenmeisje zullen groter worden, de ladders hoger en de uitdagingen groter. En ik weet dat ik er niet altijd bij zal kunnen zijn om ze op tillen als het moeilijk wordt. Ik leer ze de vaardigheden die ze nodig hebben liever nu, nu de ladders nog laag zijn en ieder probleem opgelost kan worden met 'een kusje erop, over'.
Je hoeft niet te schrikken als Apenkoppie omhoog klimt in het klimrek.
Je hoeft er niet als een dwaas naartoe te rennen. En het is niet zo, dat omdat ik er niet naast sta, mijn Muizenmeisje nog niet zou kunnen klimmen.
Ik ben niet op een bankje gaan zitten omdat ik te lui ben om mijn kind te helpen. Ik zit op een bankje omdat ik vertrouwen heb in mijn kinderen.
Ik heb er vertrouwen in dat ze zullen doen wat ze kunnen en dat ze hulp zullen vragen op het moment dat ze dat nodig hebben.
Mijn kinderen leren er niets van als ik ze help bij iedere stap op de ladder. Het helpt ze niet als ik ze omhoog til zodat ze van de glijbaan af kunnen gaan. Bovendien beroof ik ze van de voldoening om iets zelf te doen. De voldoening die ze voelen als ze met inzet en volharding toch die lastige ladder opgeklommen zijn.
En als het ze niet lukt om omhoog te klimmen over die lastige weg, dan vinden ze wel een omweg die eenvoudiger is. Totdat ze moe zijn van het omlopen, dan zullen ze gemotiveerd zijn om het opnieuw te proberen, totdat het wel lukt.
Het is niet mijn taak, en ook niet die van jou, om te voorkomen dat mijn kind teleurgesteld of gefrustreerd raakt. Als ik dat doe, leren ze nooit omgaan met het feit dat iets spannend of eng is en dat je kunt vallen. Maar ze leren ook niet, dat je gewoon weer op kunt staan, omdat vallen niet het einde van de wereld is.
Ik wil dat mijn kinderen leren dat ze zelf uitdagingen aan kunnen en problemen kunnen oplossen. Ik wil dat ze het zelfvertrouwen krijgen om de wereld in te kunnen gaan in de wetenschap dat ze het zelf kunnen. En dat als er problemen komen, ze die zelf kunnen oplossen.
Tot die tijd vraag ik je om mijn kind zijn gang te laten gaan. Echt, ik weet wat ik doe want ik ken mijn kind. En het is niet zo, dat omdat ik op de bank zit ik niet regelmatig op mijn tong moet bijten om niet te roepen: "Pas OP!!" Maar ik kies er bewust voor om even te wachten zodat mijn kind het risico zelf in kan schatten en zijn angst kan overwinnen.
Apenkoppie en Muizenmeisje zullen groter worden, de ladders hoger en de uitdagingen groter. En ik weet dat ik er niet altijd bij zal kunnen zijn om ze op tillen als het moeilijk wordt. Ik leer ze de vaardigheden die ze nodig hebben liever nu, nu de ladders nog laag zijn en ieder probleem opgelost kan worden met 'een kusje erop, over'.
Abonneren op:
Posts (Atom)